Zoetwaterparels en hun vormen.

Er is geen enkel type parel dat meer veranderingen heeft ondergaan dan zoetwaterparels. Vooral dan de laatste 20 jaar bekeken. Ook in de zoetwaterparels vormen is een hele evolutie te zien.

Uiterlijke kenmerken.

Zoetwaterparels komen in de meest uiteenlopende vormen, groottes en kleuren van alle type parels. Omdat ze zonder kern groeien bepaalt echt het weekdier zelf welke vorm de parel wordt. Deze kunnen dan ook nog een regenboog van kleuren bekomen. Deze zoetwaterparel vormen kunnen van 1mm tot 50 mm grootte worden.

Omdat er bij deze parels geen kern wordt ingebracht maar enkel wat mantelweefsel, zijn deze parels heel stevige parels.

Verschil Zoetwater en Zuidzee.

Dit soort parels wordt gekweekt in zoetwater. Dit wil zeggen in rustige rivieren, meren en grote vijvers. Hierdoor is het kweken van zoetwaterparels gemakkelijker dan bij de meeste zuidzeeparels. Deze laatste worden gekweekt in de zee waar ze moeilijker  te bereiken zijn en de omstandigheden moeilijker te controleren.

Eerste gekweekte zoetwaterparels.

Deze parelcultuur gaat terug naar de 13de eeuw in China. Hier werden mabé parels in de vorm van een boeddha geproduceerd.

Ze hadden ontdekt dat als men iets inbracht, hier was dat in vorm van boeddha, het tegen de schelp aan overtrokken werd met nacre. Hierdoor ontstond een “blister parel”. Dit zijn parels die met 1 kant tegen de schelp vast zitten.

Hierna sneed men een “blister parel” uit de schelp. De kern werd verwijderd en het resterende opgevulde met een harde stof. Hierna werd de achterkant gedicht met een stuk schelp. Deze bewerkte “blister parel” noemt men mabé parels en zo was er een eerste kweekproces van zoetwaterparels ontstaan.

Dit kweekproces staat dus nu veel verder met het inbrengen van slechts een minuscuul mantelweefseltje wat achteraf zelfs niet meer vindbaar is. Met parels die volledig zijn en niet tegen een schelp zitten. Maar uiteraard waren deze mabé parels reeds een hele stap in deze richting, vooral te bedenken dat dit reeds in de 13de eeuw plaats vond!

Biwa parels.

Van 1920 ongeveer is men parels beginnen kweken in het Biwa meer. Waar men in 1924 de eerste 32 volledige parels heeft geoogst. Dit was nog steeds met de oudere methode van inbreng met een soort kern zoals de boeddha’s. In de jaren 40 begon men enkel met mantelweefsel in te brengen. Deze werden zelfs in de beginjaren verkocht als niet gekweekte parels omdat men geen kern inbracht.

De eerste parels zonder kern, Biwa parels, waren klein (3-5mm), lang gerokken en barok. Ze hadden een beetje de vorm van ongelijke rijstkorrels en daarmee worden ze nu nog steeds vaak vernoemd als “rijstkorrels”.

Biwa parels werd een algemener benaming voor deze eerste parels waardoor de meeste zo vernoemde parels niet uit dit meer kwamen. Midden jaren 60 is men ook gestopt met parels kweken in dit meer omdat het te vervuild was geworden.

Zoetwaterparels vormen.

Het is ook vandaaruit nog steeds dat heel veel mensen denken dat zoetwaterparels ongelijk van vorm zijn (barok), en de zuidzeeparels rond.

Dit is dus niet waar. Ondertussen zijn ze zo geëvolueerd dat men ook perfect ronde zoetwaterparels heeft en ook ongelijke Zuidzee parels komen op de markt. Wat natuurlijk wel zo is, is dat het zonder kern (zoals zoetwater parels gekweekt worden) makkelijker een afwijkende vorm zal krijgen. Dit omdat het weekdier van 0 iets moet opbouwen. Waardoor de meest voorkomende vorm hier barokke parels zijn, wat niet wegneemt dat er ook veel ronde zoetwaterparels op de markt zijn. Hoe groter hoe zeldzamer dat men een ronde parel zal vinden.

Dit in tegenstelling met Zuidzee Parels waar er  een ronde kern wordt ingebracht waardoor het eindresultaat ook al sneller een ronde parel zal zijn. Maar ook hier oogsten ze soms barokke of een beetje ongelijke parels.

Dus de tijd dat men kon zeggen ronde parels zijn de “cultuurparels*” of de Zuidzee parels en de ongelijke, barokke parels zijn de zoetwaterparels, ligt al lang achter ons.

 

*cultuurparels of cultivé parels werd vroeger gebruikt voor akoya parels te benoemen, tegenwoordig gebruikt men deze benaming om alle gekweekte parels te benoemen (cultivé: gekweekt).